Het is ondertussen al weer weken geleden, maar hier in de leegte raakte ik mijzelf kwijt en vond ik mezelf weer - om mezelf vervolgens een tijdje niet meer kwijt te raken. 

Twee lieve ogen bekeken mij aandachtig toen ik de herberg binnen kwam, "Jij lust nu wel wat thee" Ik knikte en liet me een paar minuten later thee door hem inschenken. Maar veel tijd om mijn thee op te drinken was er niet, er werd mij een fiets gegeven en op dat moment wist ik, dat ik liever in de leegte en stilte verdween om alles vast te leggen, dat was wat ik zou moeten doen. Voor een paar uur fietste ik rond, op dit moment zou ik niets kunnen missen, ik zou nu alles moeten zien, opzoek naar verhalen, verhalen die aan het wachten waren om opgegraven te worden. Maar ik besefte dat verhalen voor mij ontstonden in de tijd - dat de tijd niet stil stond en dat ik erachter aan zou blijven fietsen. Ik besloot naar het wad te lopen, zoekend naar de tijd. En daar opeens kwam er een man op mij aflopen, of ik met hem mee ging om lamsoren te plukken, ik volgde hem, klom over hekken en belandde steeds dichter bij de zee. Daar plukte hij lamsoren voor mij en ik proefde de zee. Deze man liet mij beseffen wie ik was, ik ben dat meisje dat altijd, iedereen, overal maar volgt - naïef misschien, dom misschien. En ik vind het helemaal niet erg, misschien wil ik dat meisje juist heel graag zijn. Die avond bespreek ik mijn dag met de twee lieve ogen en de vrouw met de vrolijke lach - 's Avonds besluit ik dat ik meer avontuur wil en sluip ik de herberg uit - het is donker en het regent. Ik maak foto's en geniet van de stilte, er is niets meer dan druppels die vallen in waterplassen die steeds groter worden. Als ik midden in de nacht terug kom in de herberg kruip ik onder de dekens op de bank, verstopt in mijn eigen wereld, een wereld die ik niet kwijt wil raken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten